De cinema van Terence Davies is een metafoor voor herinnering. Dat gold voor zijn vroegste films, zoals The Terence Davies Trilogy (1976-1983) en Distant Voices, Still Lives (1988), maar het geldt evenzeer voor zijn meest recente film, Of Time and the City (2008), een portret van de stad Liverpool. Het is Davies' eerste documentaire. Beelden, of ze nu nieuw zijn gemaakt of in archieven werden gevonden, zijn voor Davies altijd aanleiding voor persoonlijke reflectie. De objectieve wereld en zijn geschiedenis worden steeds opnieuw door de bril van de persoonlijke geschiedenis bekeken en gekleurd. Of Time and the City is dan ook een hybride documentaire, want de film is vooral een persoonlijke kijk op een stad die, in Davies' perceptie, langzaam ten onder is gegaan aan haar eigen modernisering.