Trammelant in kunstenland

Elke vier jaar verandert de kunstensector even in een voetbalstadion. Deze keer werd Joke Schauvliege van op alle tribunes uitgefloten, nog voor ze één bal heeft geraakt. Akkoord, hoe ze de subsidieadviezen openbaar maakte, was nogal onbeholpen. Maar dat het werk van commissies en administratie nu publiek goed is, kan alleen maar toegejuicht worden. Door alle gedoe in sommige kranten zouden we bijna de uitslag zelf vergeten.

‘Schauvliege hakt in cultuursubsidies’. De Morgen hakte er dit weekend op zijn voorpagina vooral zelf stevig in, door de adviezen van de beoordelingscommissies simpelweg door te rekenen op conto van de minister. Allemaal één pot nat, beste lezer! Journalistieke onkunde of moedwillige beschadiging, we kunnen nog kiezen. Volgens het artikel zelf was het resultaat van al dat ‘hakken’ gek genoeg wel een ‘status quo’. Want al dreigt in nogal wat categorieën een kwart of meer van de gesubsidieerde organisaties geschrapt te worden, ‘de versnippering wordt niet tegengegaan’. Tendentieuze berichtgeving is snel gepleegd.

52b_Hillaert_subsidies.jpgIntussen op het VRT-nieuws: Geert Allaert van Musical Van Vlaanderen die geïnterviewd wordt als hét grote slachtoffer van deze adviesronde, en vrij mag uithalen naar die ‘experimentele huizen’ – LOD en Transparant – die ‘weer al het geld toegeduwd krijgen’. De waarheid is dat Musical Van Vlaanderen van de commissie Muziektheater wel degelijk een positief artistiek advies ontving, maar nul op het rekwest krijgt door een negatief zakelijk advies. Er klopt volgens de administratie gewoon iets niet aan Allaerts financiële plan. Ook vertelde niemand erbij dat een andere musicalorganisatie, Judas Theaterproducties, wel ineens 430.000 euro krijgt.

Het gros van de berichtgeving verloopt dus weer volgens de vaste paden: met de minister in de rol van visieloze bad woman, met alle focus op de individuele verliezers, vanuit een sterk regionaal slachtoffergevoel (‘Schauvliege snoeit in Limburgse cultuur’, ‘Cultuur aan de kust dreigt veel geld te mislopen’) en in een algemene interpretatie van slecht bestuur en ‘kunst gehakt’. Een weinig pertinent persbericht van sp.a-parlementslid Yamila Idrissi volstond om de Vlaamse regering weer breed te afficheren als een vechthuwelijk. Zegt ‘de storm’ die over Schauvliege is losgebarsten, niet meer over de media dan over Schauvliege zelf? Over de inhoudelijke totaaloefening van de commissies, het eigenlijke nieuws, wordt nauwelijks gesproken.

Leve de transparantie

Waarom zoveel trammelant over de openbaarheid van de eindadviezen? Dat ‘online gooien’ door de minister gebeurde inderdaad op een drafje, met weinig respect voor de opstellers van de adviezen én onder druk van politieke spelletjes. Als het Schauvliege echt louter om transparantie ging, dan had dit moment gewoon al een jaar geleden in het draaiboek voor deze subsidieronde vastgelegd kunnen worden. Maar de positieve effecten van haar politieke zet stellen al dat soort randopmerkingen helemaal in de schaduw:

Het politieke spel dat nu volgt, zal moeten resulteren in een verhoging van de middelen

1)     Het is nu voor iedereen duidelijk dat Vlaanderen over meer artistieke kwaliteit beschikt dan waar de Vlaamse Gemeenschap middelen voor veil heeft, zelfs na een scherpere beoordeling dan ooit. Die drie miljoen die ontbreekt voor vijftien positief beoordeelde organisaties zonder toegekende middelen, daar kunnen we nu over discussiëren: willen we ze erbij of niet, en hebben we daar gemeenschapsgeld voor over?

2)     Organisaties hebben nu veel meer garanties dat er niets meer van hun geadviseerde bedrag afgeknabbeld zal worden, terwijl dat onder Anciaux wel degelijk gebeurde, al dan niet onder druk van gelobby van sterkere spelers. Het politieke spel dat nu volgt, zal moeten resulteren in een verhoging van de middelen, willen bepaalde partijen individuele bedreigde organisaties doen overleven. Lobbyen wordt niet afgeremd, maar zal nu vòòr de coulissen gebeuren.

3)     Het verschil tussen de artistiek-zakelijke beoordeling en de politieke zorg om bepaalde regionale of maatschappelijke evenwichten (of electorale belangen) wordt hier helder uitgesplitst. Over beide aandachtspunten is er publiek debat mogelijk. Wat beogen we in Vlaanderen met semicommerciële cultuur als musical en publieksbrede festivals? Hoe definiëren we kunstencentra? Hoeveel ruimte moet er voor onderzoek zijn? In vorige rondes bleef alles een duister kluwen, voer voor de geruchtenmolen. Nu kan je iedereen aanspreken op zijn verantwoordelijkheid, zeker als het kabinet eerstdaags ook nog de ruim 700 individuele motiveringen van commissies en administratie online laat plaatsen, en we allemaal inzage krijgen in het waarom van hun adviezen.

4)     Die extra kennisgeving verhoogt uiteindelijk de maatschappelijke betrokkenheid bij kunst(huizen). Niet alleen worden cultuurbezoekers en politici geëngageerd om zich te verhouden tot het mogelijke verdwijnen van lokale cultuurbakens, ze kunnen ook nalezen hoe die professioneel worden ingeschat. Kunstfinanciering wordt een publieke zaak, terwijl ze vroeger neerkwam op de mededeling van een voldongen feit.

Gebrek aan visie?

Kern van de discussie is natuurlijk in welke mate Schauvliege zich nog ontvankelijk zal tonen voor dat publieke debat. Zelf heeft ze altijd beloofd dat ze de adviezen zou volgen, maar die principeverklaring wordt steeds moeilijker houdbaar. Bij De Morgen hebben ze gelukkig in hun glazen bol gekeken, en is hun oordeel over Schauvlieges eindbeslissing al klaar. ‘Dit is een abdicatie van de eigen politieke verantwoordelijkheid’, zo fulmineerde cultuurchef Bart Eeckhout. ‘Daar bestaat een woord voor: lafheid. (...) Van een regeringslid verwacht je meer dan dat ze blindweg uitvoert wat de administratie voorschrijft. Minister Schauvliege, u ontgoochelt ons zeer. Eens te meer.’ Heeft Schauvliege dan al iets beslist? Van een abdicatie van de eigen journalistieke verantwoordelijkheid gesproken. Eeckhout stond echter niet alleen in zijn veroordeling. Eenzelfde kritiek viel te horen bij sommige cultuurmensen en bij politici: niet alleen in de kranten, maar ook op 6 juni in het Vlaamse Parlement, waar aan de hele affaire een actualiteitsdebat werd gewijd. Veel debat gaf dat, veel actualiteit ook, maar visie? Bij de andere partijen zeker niet meer dan bij de minister. 

Wat verwachten we dan? Dat Schauvliege het werk van twaalf commissies zelf beter zal doen?

Wat verwachten we dan? Dat Schauvliege het maandenlange werk van twaalf commissies en een steeds kwaliteitsvollere administratie zelf beter zal doen? Dat ze zoals Anciaux in 2009 heel wat negatief geadviseerde organisaties, los van hun artistieke waarde, alsnog een plekje gunt in het al oververzadigde kunstenveld? Dat zou pas een status quo opleveren.

De inbreng van de politiek is een democratische voorwaarde, maar in het verleden heeft die inbreng bij finale subsidiebesluiten niet altijd een gezonder cultuurveld opgeleverd. Anciaux betoonde dan wel meer visie, maar over zijn eigengereide wijze om commissiebesluiten te overrulen, was het misprijzen bij vele cultuurmensen zeker niet kleiner. Zijn we dat intussen vergeten? Net daarom heeft de sector trouwens zelf aangestuurd op de volgende passus in het charter: ‘dat de minister van Cultuur en de Vlaamse regering in hun beslissing niet afwijken van de uitgebrachte eindadviezen, tenzij die afwijking grondig wordt gemotiveerd’. Waarom wordt Schauvliege nu dan uitgefloten? Omdat het voor de cultuursector nooit goed is, zoals ook voetbalsupporters alleen die scheidsrechters waarderen die in hun voordeel fluiten?

Een systeemfout

52b_Hillaert_subsidies3.jpgDe structurele kunstsubsidiëring is een geval van structurele verwarring geworden. In feite heeft Schauvliege binnen de structuren van het Kunstendecreet reeds haar gedroomde onafhankelijke Kunstenfonds geïnstalleerd: een model los van directe politieke supervisie. Zo kon het veld, via zijn beoordelingscommissies, voor het eerst helemaal zelf zijn toekomst uittekenen, mét financiële eindbevoegdheid. Alleen blijft dat zelfbeschikkingsrecht in dit geval natuurlijk vastkleven aan een ceremoniële minister met een veel minder ceremonieel decreet, en met een heel partijenapparaat in haar nek. Schauvlieges subsidiebeleid past niet meer in het klassieke kleedje dat errond zit.

De beoordelingscommissies zijn in de geesten ook nooit klaar geweest voor Schauvlieges ‘zelfemancipatie-opdracht’. Merk de contradictie in dat woord. Het is de paradox van deze hele subsidieronde. Zowel minister als commissies hebben altijd gedacht: ‘wij beslissen, maar eigenlijk beslissen wij niet’. Er is een probleem van eigenaarschap. De omstreden ranking – een puntenlijst waarop elke commissie elke organisatie moest inpassen – wou daar het wapen tegen zijn, maar is het probleem zelf geworden. Want wie bezit die ranking? Zowel commissies als minister hebben altijd gedacht: 'het is haar/hun zaak'. Net dat gebrek aan eigenaarschap krijgt Schauvliege nu in het gezicht. Of is alle gedoe gewoon een transitiemoment? De huidige realiteit is wat ze op de bowlingbaan een ‘split’ noemen. Ofwel neemt de politiek de kunstsubsidiëring weer strak in handen, ofwel stoot ze haar af naar een Kunstenfonds. De tussenweg die nu wordt bewandeld, heeft weinig toekomst.

Geen status quo, of toch?

Toch is het nieuwe kunstenlandschap dat de commissies voordragen, zeker niet het gedrocht geworden dat er soms van gemaakt wordt. Er is niet gehakt in de al schrale cultuursubsidies, er zijn middelen herverdeeld. Zo mag niet vergeten worden dat de 5,08 % minder middelen voor de structurele werkingen bedoeld zijn om de gepluimde projectenpot te spekken: meer ruimte voor nieuwe initiatieven en jonge kunstenaars – een verschuiving waar iedereen voor was. Ook is van grote categorieën als Theater, Muziektheater, Multidisciplinair en Muziek een stuk overgeheveld naar sectoren waarvan de subsidieachterstand al langer wordt aangeklaagd: Audiovisuele en Beeldende Kunst, en Architectuur & Vormgeving. Zij gaan er globaal 5% tot 10% op vooruit.

Uit een meer omstandige weergave van de beslissingen per sector, onderaan dit artikel, blijkt dat de meeste snelle analyses die in de media al gemaakt zijn, slechts beperkt houdbaar zijn. In de categorie Kunsteducatie beweegt er inderdaad weinig, maar de commissies Muziek, Theater, Muziektheater, Multidisciplinair en Sociaal-Artistiek hebben wel flink met hun kaarten geschud. Dat deze ronde het beeld geeft van een status quo, is moeilijk hard te maken voor die 25% organisaties die in deze categorieën dreigen uit te stromen of hun budget flink beknibbeld zien. Globaal daalt het aantal structurele werkingen met 31 stuks: van 278 in 2010 naar 247 in 2013 (-13%). Als de intussen beruchte drie miljoen voor positief beoordeelde werkingen zonder middelen niet gevonden wordt, gaan daar nog eens 15 organisaties van af. De versplintering is lang niet helemaal weg, maar meerdere commissies hebben daar toch ernstig naar gestreefd.

Er is niet gehakt in de al schrale cultuursubsidies, er zijn middelen herverdeeld

Ook is het niet zo dat de grote structuren per definitie standhouden, terwijl de kleintjes verliezen. Bij Architectuur & Vormgeving, Audiovisuele Kunsten en in zekere mate Muziektheater is net het omgekeerde aan de hand, en ook bij Muziek, Multidisciplinair en Theater zien een aantal grote spelers hun budget flink slinken of zelfs verdwijnen. Meerdere commissies presteren een inhaalbeweging voor jonge en dynamische structuren, en ondanks de budgettaire restricties is de instroom van nieuwe organisaties niet onaardig.

Wel klopt de analyse dat er slechts weinig organisaties zullen zijn, zelfs al hebben ze een subsidieverhoging in het vizier, die vinden dat ze nu een werkbaar budget krijgen voor hun plannen – nochtans de inzet van deze ronde. Niet alleen winnende organisaties maken die spijtige vaststelling, ook vele commissies geven aan dat hun totaalplaatje heel krap zit voor een haalbare werking bij nogal wat organisaties. Vooral in de kleinere sectoren wordt betreurd dat de toegekende middelen slechts minimaal tegemoetkomen aan de logische vraag van vele organisaties om een investering in personeel. Als er al sprake is van een status quo, dan gaat dat vooral om het gevoel dat er alweer weinigen echt op vooruit gaan, naast de vele verliezers. De kunstensector blijft ondergefinancierd voor het hoge aantal organisaties dat in Vlaanderen kwaliteitsvol werk aflevert.

Weg met het brede publiek?

Opmerkelijk is ook dat de commissies zeker niet meer ‘visie’ tentoonspreiden dan we allemaal van de minister verwachten. Als er in hun – doorgaans vrijheldere – algemene motiveringen sprake is van een breder perspectief op hun sector, dan behelst dat hoogstens de variëteit in hun sector, of een goede huishoudelijke besteding van de middelen. Zo kiest de commissie Muziek ervoor om korter lopende festivals als Sfinks, Dranouter of Reggae Geel door te verwijzen naar de aangevulde projectenpot: een consequente ingreep die niet noodzakelijk iets met hun kwaliteit te maken heeft, maar blijk geeft van overzicht en scherpe selectie. Zelden merk je echter dat commissies een lans willen breken voor deze of gene soort werkvorm, of die of die ondergewaardeerde artistieke strekking in hun sector. Dat ze over de toekomst van het kunstenveld allemaal net zo managementgericht lijken te denken als de minister zelf, is nog het meest perverse effect van het gebrek aan eigenaarschap in deze ronde.

‘Elitair’ kreeg zeker zo vaak negatief als ‘populair’

Bert Anciaux en Karl Van den Broeck zagen in De Morgen, net als Michael De Cock en Ignace Cornelissen in De Standaard, wel degelijk een visie: de elitaire kunst-kunst wordt door de expertcommissies bevoordeeld, en het grootste slachtoffer daarvan is het brede publiek. Hun uithaal lijkt vooral op te gaan voor de commissie Multidisciplinair, die het Filmfestival, Rataplan en het Zuiderpershuis wipt, De Werf halveert en grote centra met een ‘moeilijker’ aanbod als Buda, WP Zimmer en Kaaitheater minstens 100.000 euro meer biedt. Alleen blijkt het totaalplaatje een stuk genuanceerder. Ook interculturaliteit gaat er met Moussem en Kunstenfestival 0090 (fors) op vooruit. Ook kinderkunsten krijgen de wind mee, met injecties voor Villanella en Storm Op Komst (ten koste van het Krokusfestival?). En naast het drooggelegde Filmfestival blijven dé publieksfestivals Theater Aan Zee en de Zomer Van Antwerpen in elk geval status quo. Bij de uitstromers zitten trouwens ook de experimentele werkplaatsen Nadine en Les Bains. Eensluidende analyses vallen er dus niet te maken, ook niet in andere categorieën. ‘Elitair’ kreeg zeker zo vaak negatief als ‘populair’.

Interculturaliteit, toch een subsidiecriterium, blijft wel een aandachtspunt. Naast het negatieve advies voor het Zuiderpershuis en de put die in Borgerhout wordt geslagen, vallen verliezen op bij alle theatergezelschappen die bewust met diversiteit bezig zijn. Binnen haar categorie merkt de commissie Muziek dan weer op dat ‘het een oud zeer blijft dat de meeste organisaties bitter weinig aandacht besteden aan interculturaliteit’. Kopspel stroomt in bij Sociaal-Artistiek, maar Globe Aroma en ZebrArt krijgen nul op het rekwest. Zo’n uitslag harmonieert niet echt met de speciale aandacht die minister Schauvliege aan interculturaliteit wil geven. Zo presenteerde ze afgelopen vrijdag, naast het subsidienieuws, ook een engagementsverklaring diversiteit, getekend door twintig culturele organisaties. Zelf zet de minister daar echter helemaal geen flankerende engagementen tegenover. Misschien kan ze dat in haar subsidiebesluit op 29 juni alsnog rechtzetten?

Op naar de finish

Het blijft de grote hamvraag van deze ronde: zal Schauvliege de subsidieoefening van haar commissies en haar administratie zomaar goedkeuren? Meer precies luidt die vraag: kán ze die oefening zomaar goedkeuren? Alle trammelant over blind snoeiende, zichzelf bedienende en onbekwame commissies is vooral misplaatst, maar hier en daar lijken er wel degelijk manke adviezen afgeleverd te zijn. Schauvliege hoeft nog geen grote visie te hebben, maar ze zal zich voor haar zelfbeeld wel genoeg manager en goede bestuurder moeten tonen om betwistingen bij de Raad Van State te vermijden. Zo zal ze ook niet gepakt willen worden op inconsequenties met haar eigen uitgangspunten voor deze ronde: werkbare budgetten voor positief geadviseerde structuren (momenteel een prijskaartje van drie miljoen), of aanbevelingen als diversiteit en maatschappelijke inbedding.

Schauvliege hoeft nog geen grote visie te hebben, maar ze zal zich voor haar zelfbeeld wel genoeg manager en goede bestuurder moeten tonen

En anders zullen er wel genoeg politieke zwaargewichten komen aankloppen die Schauvliege even op haar verantwoordelijkheden willen wijzen. Als Yves Leterme al meteen begint te twitteren dat het 'onaanvaardbaar' zou zijn als Dranouter uit de boot moet, dan hoeven we geen tekeningetje te maken bij het vervolg. Stiekem mogen we dus verwachten dat de soep niet zo heet gegeten zal worden als ze nu is opgediend. Er valt alleen wel te hopen dat ze ook lekker zal blijken: dat ze een kwaliteitsvolle artistieke uitbouw van het kunstenlandschap in deze samenleving waarborgt. Met lobbyende politici weet je nooit.

En dan de toekomst...

Intussen kunnen we beginnen brainstormen over een beter Kunstendecreet. De eerste keuze lijkt te zijn of we nog wel nog zo’n globaal decreet willen, en niet – ook? – een Fonds, al dan niet voor bepaalde kleinere dossiers. Het zou de sector en de beoordelingscommissies heel wat frustraties besparen, mocht de politiek niet langer de eindbesluiten nemen. Wel mag de politiek als maatschappelijke bewaker ook niet helemaal buitenspel komen te staan. Laat de sector zich maar eens engageren om zelf zijn toekomst uit te tekenen, binnen een kader met een paar brede aandachtspunten dat het parlement bepaalt.

52b_Hillaert_subsidies4.jpgWat met de subsidiecriteria? Er mag eens duchtig gediscussieerd worden over de ‘regionale spreiding’ en ‘internationale uitstraling’. Van presenterende organisaties als festivals en muziekclubs hoop je inderdaad dat ze ook in Limburg en West-Vlaanderen voorhanden zijn, maar hebben we voor louter producerende structuren niet ooit een nauw aansluitend netwerk met cultuurcentra bedacht? Van podiumorganisaties zou het postadres eigenlijk van geen tel mogen zijn. En als zij zich dan toch erg regionaal inbedden met locatieprojecten, responsabiliseer er bij de interne staatshervorming de steden of de provincies voor. Net zo is de ‘internationale roem’ van organisaties zowat een onaantastbare fetisj geworden, steeds meer in strijd met het stijgende belang van ecologie als beleidscriterium. De artistiek-maatschappelijke relevantie van zulke organisaties hier te lande lijkt me meer dan genoeg, als subsidiecriterium.

Ook de beoordeling kan beter, maar commissies zonder experts wensen we toch niemand toe? Anciaux viel hen in De Morgen aan met alle clichés denkbaar, en reduceerde hun adviezen tot ‘een schallende symfonie van de smaakpolitie’. Misschien is hij vergeten dat zowat de helft van de huidige commissiesamenstellingen ooit nog onder zijn bewind is aangesteld? Ook de ‘zelfbediening’ in commissies is fel overroepen. Zeker speelt er een psychologisch effect ten aanzien van dossiers waarin een collega commissielid betrokken is – ook al staat die op dat moment buiten op de gang – maar er zijn ook tegenvoorbeelden. Zo gaf de commissie Publicaties een negatief advies aan Gagarin, waar commissielid Stella Lohaus voorzitter van is. Bij Theater dreigt een nulfinanciering voor Bloet (Jan Decorte) en Action Zoo Humain (Chokri Ben Chikha), dossiers waar de respectieve commissieleden Sara De Bosschere en Dahlia Pessemiers nauw bij betrokken zijn.

Maak de bestaande expertcommissies liever kleiner en dus scherper, en omkader hen beter met gerichte expertise van buitenaf. Engageer op een of andere manier de steden mee in het beoordelingsproces, al was het maar als informant. Geef commissies een quotum voor hoeveel aanbod van de geadviseerde organisaties ze moeten gezien hebben. Voorzie voor elke organisatie één aanspreekpunt in de commissie, zoals dat bij het Fonds voor de Letteren en het VAF gebeurt. Geef de overkoepelende Adviescommissie meer slagkracht. Als zij nu opmerkt dat ‘enkele commissies opvallend kortere en soms ook minder uitgebreid gemotiveerde adviezen afleverden’, zou ze daar tijdens het eigenlijke proces zelf op moeten kunnen ingrijpen. Maar vooral: klaar het statuut en de precieze rol van commissies uit, dat sleept nu al jaren aan. Binnenkort wil echt niemand er nog in gaan zetelen.

Slotsom

Laat de sector zich maar eens engageren om zelf zijn toekomst uit te tekenen

Ondanks alle poeha toont het voorlopige resultaat van deze subsidieronde veel minder alarmerend dan iedereen had gevreesd. We vonden allemaal dat het kussen eens opgeschud moest worden, dat is ten dele ook gebeurd. Je kan het natuurlijk oneens zijn met bepaalde negatieve (en positieve) beoordelingen voor bepaalde organisaties, maar zij zijn van buitenaf nog steeds moeilijk te beoordelen. Ondanks de systeemfouten (te weinig geld en de genoemde structurele verwarring) en ondanks de procedurefouten die uit bepaalde adviesverslagen nog zullen blijken, komt noch de kunstensector als geheel, noch het brede publiek zo bedrogen uit als sommige media heel graag willen doen geloven. Op 29 juni weten we meer.

Alle adviezen zijn na te lezen op www.kunstenenerfgoed.be

 

HET OVERZICHT: goede en slechte rapporten

Twaalf commissies kregen in totaal 87 miljoen te verdelen onder 355 organisaties, die samen 150 miljoen aanvroegen. Sinds oktober 2011 hebben ze zich over die heikele oefening gebogen, om in februari hun preadviezen en eind mei hun finale adviezen  aan de minister over te maken. Tegelijk leverde de administratie Kunsten en Erfgoed de zakelijke adviezen af. Hieronder de belangrijkste lijnen van hun geïntegreerde voorstellen:

De categorieën Architectuur & Vormgeving, Audiovisuele Kunsten en Beeldende Kunsten kregen een financiële injectie. Het aantal erkende organisaties in deze disciplines blijft gelijk, maar er zijn 20-25% nieuwe instromers en dus evenveel uitstromers. Bij Architectuur & Vormgeving vangen net grotere spelers als Archipel en Lab[au] de klappen, terwijl Architecture Workroom Brussels met een verdubbeling van zijn subsidies met kop en schouders boven de rest gaat uitsteken.

Ook de commissie Audiovisuele Kunsten schrapt net haar grootste speler: Filmmagie. Dat zorgt er mee voor dat bijna alle audiovisuele organisaties erop vooruitgaan, Courtisane en Fonk zien hun middelen zelfs verdubbeld. De fusie tussen Open Doek en Cinema Novo (samen goed voor 205.000 euro) wordt met 330.000 euro de grootste speler. Wereldcinema zit in de lift, krachtsverhoudingen zijn gewisseld.

De adviezen voor de Beeldende Kunsten spreken dan weer tegen dat vooral het brede publiek inboet. Hoewel Beaufort een negatief advies krijgt, komen tegelijk vooral de grotere musea als winnaars uit de strijd: Wiels, M Leuven en Museum Dhondt-Dhaenens gaan er aardig op vooruit, terwijl Extra City en Netwerk met hun ‘moeilijker’ aanbod elk 100.000 euro inboeten. Kleinere organisaties als IMAL, Lokaal 01 en Morguen stromen uit, CIAP is een nieuwkomer in de structurele pot.

Bij Kunsteducatie zijn er nauwelijks wijzigingen. Eén kleine organisatie verliest zijn subsidie, terwijl de meeste andere werkingen er licht op vooruitgaan. 'Inhoudelijk vertoont het kunsteducatieve veld een grote coherentie en complementariteit', verklaart de commissie. Ze neemt waar dat dit jonge veld op korte tijd een sterke groei heeft doorgemaakt, zowel kwalitatief als kwantitatief. 

Bij Sociaal-Artistiek daarentegen wordt er flink met de kaarten geschud. Eén derde van de gesubsidieerde organisaties krijgt een negatief verdict, waaronder pionier Sering, maar ook Globe Aroma, Klein Verhaal en Murga. Naast certitudes als Victoria Deluxe, Bij' De Vieze Gasten en De Figuranten is er in deze nog jonge sector blijkbaar weinig continuïteit mogelijk. Ondanks het licht teruggelopen totaalbudget voor deze werkvorm mogen vijf nieuwe organisaties hun kans wagen.

De commissie Publicaties (met één miljoen euro de kleinste categorie binnen het Kunstendecreet) stoot met Gagarin, A Prior, Kunsttijdschrift Vlaanderen en Tijdschrift voor Orgelkunst vier op elf cultuurtijdschriften af en laat er één toe. De grote spelers Etcetera en De Witte Raaf gaan erop vooruit, rekto:verso ziet zijn inkomsten bijna verdubbeld tot 55.000 euro.

Muziek had een miljoen euro minder te verdelen en kent de grootste uitval: van 79 naar 64 ensembles, managementbureaus, festivals, muziekclubs en concertorganisaties. Daarvan zijn er nog eens vier die wel een positief advies ontvingen, maar in de eindafrekening door de administratie geen geld toegewezen kregen. Onder de slachtoffers een paar bekende namen: kortlopende festivals als Sfinks, Dranouter, Reggae Geel of Gent Jazz Festival worden doorverwezen naar de projectsubsidies. Bij de alternatieve managementbureaus wordt met drie organisaties de grootste instroom opgetekend. Het Concertgebouw Brugge blijft met 2,75 miljoen veruit de grootste muziekorganisatie. Zita Swoon, Emanon, La Petite Bande van Sigiswald Kuijken en Festival Van Vlaanderen - Limburg dreigen hun middelen kwijt te spelen.

Ook bij Theater valt een kwart van de 47 gezelschappen uit de boot, waaronder vier met een dubbel positief advies. Echt grote spelers zitten daar niet tussen, maar de Queeste, Crew, De Maan, MartHa!tentatief en Het Gevolg zijn wel gevestigde waarden. Bij de grote spelers verliezen KVS, Jan Fabre, ’t Arsenaal en Kopergietery aanzienlijk. Dynamische jonge groepen als Berlin, Orka, Abattoir Fermé, Tristero of Ontroerend Goed krijgen dan weer een injectie van ongeveer 100.000 euro. Ook hier speelt dus een verhaal van herverdeling. Instroom is er niet, wat de commissie zelf zorgen baart. Theater blijkt een moeilijk te betreden, vastgebetonneerde categorie.

De commissie Dans hanteert eenzelfde filosofie: de grote spelers Rosas en Ultima Vez blijven ondanks hun hoge ranking status quo, terwijl er extra geld is voor Peeping Tom, Eastman van Sidi Larbi Cherkaoui en A Two Dogs Company van Kris Verdonck. Het minimumbedrag binnen de categorie Dans wordt opgetrokken van 120.000 naar 220.000 euro, meteen ook een subsidieverdubbeling voor Kobalt Works van Arco Renz. Les Ballets C de la B verliest dan weer de helft van zijn miljoen subsidies, terwijl Danscentrum Jette uitstroomt. 

De meest omstreden beslissingen neemt waarschijnlijk de commissie Multidisciplinair. Ze halveert de kunstencentra Campo en De Werf ('moeilijke fusieverhalen'), en adviseert het Zuiderpershuis en Rataplan negatief: een beslissing die in totaal 2,5 miljoen euro vrijmaakt voor twee kleine instromers (BOLD en Klein Verzet), maar vooral voor grote structuren aan de top van de multidisciplinaire ranking, zoals Kaaitheater, Buda en Vooruit. Andere opmerkelijke stijgingen zijn er voor Moussem (200.000 euro), kunstenfestival 0090 (115.000) en Villanella en WP Zimmer (elk 100.000 euro). STUK en nOna gaan er licht op achteruit, Monty verliest een kleine 10%. Het Internationale Filmfestival Gent kreeg uiteindelijk toch een positieve beoordeling, maar geen middelen. 

Ook bij Muziektheater wordt het kussen opgeschud. Musical Van Vlaanderen, Alden Biesen Zomeropera, Pantalone en Corban van Walter Verdin dreigen hun middelen te verliezen, in hun plaats stromen Judas Theaterproducties en De Kolonie MT in. De grote spelers LOD en Transparant gaan er een kleine 10% op vooruit, Braakland/ZheBilding is de grote winnaar, met bijna 150.000 euro meer. Walpurgis verliest dan weer 100.000 euro. 'Zowel klassieke muziek, popmuziek, folk en wereldmuziek komen aan bod', aldus de commissie Muziektheater in haar verantwoording. 

 

Wouter Hillaert is podiumredacteur van rekto:verso.

^ Terug naar boven
 

Reacties

media & scheldproza De Morgen

media & scheldproza

De Morgen weet van geen ophouden… . Saskia De Coster (opiniestuk: 'Jojo-Joke') huppelt vandaag Bart Caron achterna in het verzinnen van lieftallige opmerkingen: 'kleine vuistjes', 'ons Joke', ‘onbevlekte Johanna', 'Jojo-Joke’, ‘geen vechtlust’, etc. Niet de minister maar De Coster ‘creëert drama en suspense in de media’, en zou haar pijlen beter richten op de regering in het algemeen, de bal ligt intussen daar.

De Coster verlaagt zich gelukkig niet tot de vrouwonvriendelijke ‘poëzie’ van Caron op zijn blog ('dom blondje', 'ijskonijn', 'mijn type niet', etc.). Maar het had De Coster niet misstaan om Caron op dit punt eens op zijn plaats te zetten. Genre ‘BlaBla Bartje’… en dan wat creatief associëren.

Bovendien vergeet De Coster bijvoorbeeld dat er in charter was afgesproken dat de minister de adviezen zou volgen, op vraag van de sector (ze steekt zich dus niet ‘weg achter een stapel dossiers’), dat het heel goed nieuws zou zijn als de minister alsnog die 3 miljoen uit de brand kan slepen (sp.a schoof via Lieten een 4tal miljoen opzij voor een nieuw TV-net, misschien even doorschuiven?), en dat een verbolgen vergelijking met Uplace wel vreemd is als je even voordien zelf de redenen van het openbaar maken aanstipt: transparantie vrijwaren na al de lekken, lobbywerk plat leggen, (tenzij een publieke touwtrekkerij ten voordele van het verhogen van het algemene budget). Toch wel een proeve van strijdvaardigheid van de minister, niet?

http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1450211/2012/06/...

http://www.bartcaron.be/

p.s. De Standaard is natuurlijk weer niet veel beter, daar mogen we nog maar eens lezen wat voor een visieloos crapuul die vrijwilligers van de beoordelingscommissie zijn... . ('Advies met een parfum van nattevingerwerk')

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120606_001749...

Veel dank aan Wouter Hillaert

Veel dank aan Wouter Hillaert voor dit heel inzichtelijke artikel. Net wat we nodig hadden.

Wouter Hillaert vergist zich

Wouter Hillaert vergist zich in de ernst en de kwaliteit van het werk van de beoordelingskommissie voor muziek.
Alleen al de ranking tart alle verbeelding.
Onze beste apologie wordt gevormd door de kommentaren in onze petitie (al 1400 ondertekenaars):
http://www.logosfoundation.org/save
Zo hoeven we het niet eens zelf te zeggen.

Overigens met respekt voor jullie werk,

dr.Godfried-Willem Raes

Dank voor heel duidelijk en

Dank voor heel duidelijk en evenwichtig artikel! Broodnodig!

Ik vind persoonlijk niet dat

Ik vind persoonlijk niet dat media zich vergalopperen in hun kritiek op Joke Schauvliege: zij is verantwoordelijk voor het kader én voor de rampzalige communicatie. Op meer dan honderd commissieleden en honderden dossiers blijf ik de uitzonderingen op de regel dat culturele organisaties met mensen in een commissie evenveel of meer geld krijgen (dan organisaties zonder mensen in een commissie), statistisch gezien ook zorgwekkend vinden. Waarmee ik absoluut niemand van actieve corruptie wil beschuldigen, maar - nogmaals - op zo'n groot aantal commissieleden en dossiers valt dit enkel hòògst abnormaal te noemen. Maar verder: goed onderbouwd en interessant opiniestuk.

De commissieleden zijn

De commissieleden zijn benoemd door Bert Anciaux. En dat voor 4 jaar (om de twee jaar zijn er vervangen). Het kunstendecreet kun je niet zomaar veranderen along the way, anders moeten de organisaties onderweg ook hun beleidsplannen aanpassen. Het charter - dat de procedure bepaalt - is ondertekend door Schauvliege én de cultuursector. Beetje simpel dus om alles op deze minister te schuiven...

Snap ik, en daarom schuif ik

Snap ik, en daarom schuif ik ook niet alles af op de minister. Ik vind dat de commissies evenzeer verantwoordelijkheid dragen - de commissievoorzitters in het bijzonder. Maar voor de rampzalige communicatie van de afgelopen week (en de heisa die daaruit is ontstaan) is slechts één persoon verantwoordelijk, en dat is Joke Schauvliege. Haar handelen heeft ervoor gezorgd dat de Vlaamse cultuurwereld (al dan niet door eigen toedoen) op een allesbehalve positieve manier te kijk werd gezet. Van een minister van cultuur verwacht ik iets meer zorg voor haar sector (en inzicht in de media).

Ik heb eigenlijk nog geen één

Ik heb eigenlijk nog geen één goeie reden gelezen waarom je die adviezen niet bekend zou mogen maken. Dat er stress is bij de cultuursector is normaal in deze periode, "de heisa" zou er sowieso zijn, online adviezen of niet. Iedereen die momenteel in de verlies-positie staat, zal de media (en andere kanalen) gebruiken om te vertellen dat ze adviezen niet deugen en dat ze (dringend) moeten opgevist worden. Dé sector bestaat niet: er zijn er ook een heleboel die positieve adviezen krijgen en verhoogde budgetten (Rosas, Wiels,...) en die absoluut niet op een negatieve manier te kijk worden gezet. Maar dan moeten we natuurlijk allemaal wat verder kijken dan de (evidente) roepers ...

Kort nog even, omdat ik deze

Kort nog even, omdat ik deze repliek niet (tijdig) had gezien. 1) Adviezen MOETEN bekendgemaakt worden, maar niet op de chaotische manier zoals het nu is gebeurd. 2) Als er al één iemand constant over 'de sector' praat, dan is het Joke Schauvliege (zoals ze in het dossier van de nieuwe geluidsnormen ook deed alsof ze met elke muzikant in Vlaanderen aan tafel had gezeten en zei dat 'de sector' mee over de normen had beslist) 3) Ik vind dat je nogal neerbuigend doet over 'de roepers'. Mocht ik een onderscheiding halen, maar ik krijg geen diploma omdat het papier op is, dan zou ik ook staan roepen - om evidente redenen, lijkt mij.

Met de roepers bedoel ik

Met de roepers bedoel ik vooral 'Musical van Vlaanderen' en consoorten en niet zo snuggere journalisten die commissies met ministers verwarren. Het zijn trouwens de commissies die dat voorgesteld hebben om die organisaties die toch positief advies kregen geen geld toe te kennen. Wie onderhandelt, onderhandelt altijd met intermediairen/vertegenwoordigers, en nooit met de integrale groep. Ik vind niet dat de integrale cultuursector hieronder lijdt, jij wel? Elke organisatie heeft wel redenen en argumenten om te bewijzen waarom ze goed bezig zijn.

Beste Ben,  Welke cursus

Beste Ben, 

Welke cursus statistiek kreeg jij ooit? De globale groep is niet 'meer dan honderd commissieleden', maar enkel die betrokkenen bij dossiers in commissies waarin ze zelf zetelen (en niet over commissiegrenzen heen, zoals Karl vanden Broeck rekende in De Morgen, dat is wel erg tendentieus). Ik heb het lijstje van die groep 'commissie interne betrokkenen' zelf nog niet gemaakt, maar maak me sterk dat het slechts om een fractie van die 'meer dan honderd' gaat. De regels zijn streng. Zo heb ik begrepen dat bij Theater zelfs bestuursleden van genoemde coproducenten in dossiers de vergadering hebben moeten verlaten. Het is niet zo dat ik me zelf geen vragen stel bij een paar schaarse beslissingen gelinkt tot zetelende commissieleden, maar ik geloof nooit dat die links nu dé rode draad door deze beslissingen zijn. Hoe dan ook volg ik wel het voorstel van De Cock en Cornelissen: beter géén betrokkenheid, dat maakt de perceptie helderder. Dat betekent wel dat er bijvoorbeeld geen acteur-maker meer bij Theater rond de tafel zal zitten, wat een bepaald soort blik uitsluit. (Wouter Hillaert)

Beste Wouter, Ik kan alleen

Beste Wouter,

Ik kan alleen maar vaststellen dat er een niet te weerleggen verband bestaat tussen organisaties die een lid in 'één van de commissies' hebben zetelen en het feit dat die organisaties in deze subsidieronde nagenoeg allemaal evenveel of meer geld hebben gekregen. Ik vind dat dus eigenaardig - zeker gezien het feit dat er moest bespaard worden én gezien het feit het omgekeerde evenzeer waar is: een paar grote (maar uiteraard ook een pak kleine) organisaties die geen lid in 'één van de commissies' hebben zetelen, gaan er financieel merkelijk op achteruit of zien hun subsidies verdwijnen (zelfs wanneer ze positief geadviseerd worden). Mocht je in complotten willen geloven, je zou kunnen denken dat er een link bestaat tussen wie de administratie in de commissies zet en wie ze graag subsidies ziet krijgen. Maar zelfs al geloof je niet in zo'n complot (wat ik niet per se doe), dan nog moet je hier - vind ik - bij durven stilstaan. Het is gewoon te frappant, naast de vraag waarom (een lid van) de ene culturele organisatie wél wordt uitgenodigd om in een commissie te zetelen en andere niet.

Tot slot - en ik geef dat toe - heb ik het érg moeilijk met commissieleden die nu laten weten dat ze ook niet gelukkig zijn met de uitkomst van deze subsidieronde, maar er wél aan hebben meegewerkt. Waren die dan naïef? Geloofden ze dat zonder hen de cultuurwereld zou vergaan? Streelt een uitnodiging om in zo'n commissie te zitten zodanig het ego? Voor de duidelijkheid: ik stel die mensen hun passie voor cultuur niet in vraag? Maar wetende welke verantwoordelijkheid op jouw schouder rust: waarom meedraaien in een systeem dat je niet voor de volle honderd procent onderschrijft, waarvan je had moeten weten tot welke groteske situaties het zou leiden, en waar mijns inziens géén cultuurbeleid - hooguit een 'cultuurfunctioneren' uit spreekt? In fabrieken leggen mensen voor minder het werk neer.

Dankjewel Wouter voor de

Dankjewel Wouter voor de nuchtere en goed onderbouwde analyse! Wat een verademing na die vele sloganeske en door tunnel-visie geteisterde commentaren van de laatste week.
Ook fijn dat er in je artikel een paar goeie denkpistes zitten ivm toekomstige scenario's voor beoordeling- en toekenningsmechanismen. Wat daarbij zeker niet mag vergeten worden is een aangepaste evaluatie voor kunstenaars en hun organisaties die over verschillende disciplines heen werken...

Beste Wouter Interessant en

Beste Wouter

Interessant en gebalanceerd artikel maar als je een organisatie vernoemt dan moet je ze wel juist catalogeren. Aangezien je in je artikel twee maal verwijst naar Dranouter in deze subsidieconext zonder de juiste organisatie te noemen wil ik graag even aanvullen en verduidelijken.

In Dranouter is er inderdaad een 'kortlopend' festival. Dat zomerfestival ontvangt al jarenlang geen middelen vanuit Kunsten en Erfgoed en diende deze periode ook geen aanvraag in. De organisatie die wel een aanvraag indiende was Muziekcentrum Dranouter (MCD) : een onafhankelijke VZW die een jaarwerking als hedendaagse folkmuziekcentrum probeert uit te bouwen. Voor die werking ontving MCD 60.000€ waarmee ze samen met de twee andere folkclubs in Vlaanderen ('t Ey en 't Smiske) zowat de kneusjes van de subsidiepot waren (opgeteld kregen we 150.000€)
Na de adviesronde blijkt dat de commissie (waar niemand zetelt die ook maar enige connectie heeft met hedendaagse folk en traditionele muziek) adviseert om MCD en de twee collega-folkclubs niet langer te subsidiëren. Als de minister deze adviezen volgt dan zijn de gevolgen dat ze een levend genre onderuithaalt en zwaar snijdt in de (tot op heden reeds beperkte) cultuurmiddelen in regionale gebieden.
De Minister pakte recent nog uit met de intenties om onderwijs en cultuur dichter bij elkaar te brengen. Interessant , zeker nu sinds enkele jaren de opleidingen folk in (door Vlaams geld gefinancieerde) Academies overal bloeien. Op het moment dat eindelijk weer nieuwe lichtingen gevormde folkmuzikanten klaar staan om door te stromen naar podia en centra waar ze verdere begeleiding kunnen krijgen en eerste stappen richting podiumproductie krijgen zouden deze centra wegggesnoeid worden. Ik denk niet dat je hier kan spreken van een commissie die met inzicht een terechte en scherpe selectie maakt.

Muziekcentrum Dranouter en de andere folkclubs zijn allen maal gesitueert buiten een grootstedelijke context. Mag dat verwonderen, folk is bij uitstek een genre dat zich niet ontwikkelt in een stad, maar wel in het kleinschalige, tussen de mensen, op plekken waar ruime en begrip heerst, waar het tempo iets trager mag, waar hipheid geen criterium is. Dranouter is zo één van die plekken, net als Belsele ('tEy) en Asse ('t Smiske). Die plekken trekken publiek van ver buiten hun dichte regio maar zijn niet zo gekend bij de Culturo's die de adviezen opmaken (wijzelf kregen trouwens niemand over de vloer van de commissie) Naast de rol die de clubs spelen op folkgebied zijn ze elk op zich ook belangrijke cultuurspelers in hun onmiddellijke omgeving, regio's die vaak verstoken blijven van middelen. De subsidies die de folkclubs krijgen zorgen dus ook mee voor regionaal evenwicht in de spreiding van de overheidsmiddelen.

Ik weet het wel, folk wordt meewarig bekeken in de hoge cultuurkringen, ofwel zijn we oudbollige hippies, ofwel zijn we bestofte vlaamsgezinden die de 'eigen cultuur' proberen te vrijwaren. Ik geef toe, voor ik zelf 'into folk' was durfde ik me ook wel eens aan die vooroordelen bezondigen. Enkel wie zelf in de folksector staat weet dat dit een ruimdenkend muziekgenre is dat interculturaliteit ademt en dat aan een nieuwe revival bezig is, waar mannen met baarden nog wel verschijnen maar waar veel jongeren participeren. Maar ja, wat wil je, onze werking huist niet in de steden en heeft geen connecties met de "Grote Cultuurmensen". Te weinig gelobby waarschijnlijk. In tijden van besparingen is het misschien niet verwonderlijk dat men de kleintjes wegmaait ten voordele van de grotere, zeker als het haast enkel grotere zijn die in de commissies zetelen... Helaas zet men zo de verarming van het muzieklandschap in.

Ik weet het wel, de folkclubs zijn niet superprofessioneel georganiseerd, zijn niet zichtbaar genoeg en komen niet genoeg naar buiten, maar probeert u maar eens met zo'n bedrag te overleven na het betalen van een parttime kracht, het organiseren en onderhouden van je infrastructuur en het voorzien in technische faciliteiten en beperkte promotiemiddelen. Desondanks bereiken we veel publiek zijn en zijn we de motor voor een genre, hebben we allen een ruime schare vrijwilligers en bieden we heel wat podiumkansen aan heel veel muzikanten (zowel vlaams als internationaal)

Je kan in je artikel de analyse maken dat het met de adviezen in globo al bij al wel meevalt, maar als je kijkt naar de adviezen per commissie en specifiek naar de adviezen voor het folkgenre dan volg ik deze mening absoluut niet!

Dat er politici als Leterme (en anderen) zijn die hun nek uitsteken voor genre en regionale spreiding stemt me hoopvol, dat er maar veel politici zijn zoals hij, mensen die geen paardenbril dragen en die verder kijken dan de stedelijke cultuurinstituten, en hun nek durven uitsteken. Want anders hangt bij veel folkies binnenkort de zwarte vlag uit en hebben de inwoners van de onderbedeelde regio's (zoals de mooie Westhoek) straks weer de terechte bedenking dat ze te ver van de zon wonen.

Bavo Vanden Broeck
namens Muziekcentrum Dranouter

Beste Wouter, Dat heb je

Beste Wouter,

Dat heb je mooi samengevat. Waarvoor dank.
Toch wou ik daar een paar kanttekeningen bij plaatsen.
Ik vind de manier waarop bedragen en rankings nu op de website van kunsten en efgoed geplaatst zijn helemaal geen aanzet geven tot een debat tussen makers, organisatoren, stedelijke overheden en het brede publiek omdat de cijfers geen inzicht geven in de individuele dossiers. Pas op het ogenblik dat je het dossier van een kunstenaar of organisatie en het advies van een commissie samen kan lezen wordt het mogelijk om een werkelijke discussie te voeren over de waarde van de argumenten van de commissies. In die zin is de openbaarheid nu slechts een halve openbaarheid, die precies veroorzaakt wat men had kunnen verwachten: dat alle betrokkenen vechtend over de grond rollen.
De discussie blijft in zekere zin ook erg onvolledig, omdat ze geen zicht biedt op de afzonderlijk betoelaagde grote instellingen. Nu is het bijvoorbeeld zo dat er voor het komende seizoen van het Ballet van Vlaanderen niets te verwachten valt wegens de op til zijnde herstructurering. Ik weet het niet uit het hoofd, maar dat ensemble krijgt, als ik me niet vergis, een pak meer dan 5 miljoen euro subsidies per jaar, geld dat volgend jaar aangewend zal worden om een ensemble met zijn duimen of met zijn spitzen te laten draaien. In dat opzicht wordt de hele discussie over een 3 miljoen euro extra elders een beetje bizar. En dat terwijl iedereen die het wilde weten al lang kon zien aankomen dat het daar door slecht management en overspannen ambities verkeerd zou aflopen. Daar werd tot in Parijs over gesproken.
Toch lijkt niemand zich daarbij de vraag te stellen of dit niet het goede moment was om de hele handel op te doeken. Niet alleen is het de vraag of het zin heeft om een balletgezelschap op de been te houden in een regio die terzake geen echte traditie heeft -en het dus op geen enkele wijze bijdraagt aan de ontwikkeling van een artistiek relevante context of, als men dat zou willen, de artistieke uitstraling van Vlaanderen, het blijkt ook dat het 'kernpubliek' van dat Ballet erg klein is. Waarom er niet op vertrouwen dat enkele goed gemikte gastoptredens van buitenlandse gezelschappen ruimschoots zouden volstaan om dat publiek aan zijn trekken te doen komen?
Zowel het weinig verheffend debat dat zich in de media ontspon, de 'halve openbaarheid' van de minister als de hoger vermelde anomalie zijn vege tekens dat noch de overheid, noch het culturele veld zelf een duidelijk idee hebben over welke cultuur we waarom subsidiëren, al zijn er ook opmerkelijke uitzonderingen waar de keuzes heel scherp (en goed) zijn. Maar meestal modderen we wat aan. Al is dat , wat mij betreft, dan nog altijd beter dan de pijnlijke rechtlijnigheid waar we in Nederland recent getuige van mochten zijn. Misschien moet het veld maar eens heel goed focussen op een eigen voorstel op dat vlak vooraleer buitenstaanders dat doen.
Mvg, Pieter

Merci voor uwe verhelderende,

Merci voor uwe verhelderende, panoramische blik over het toneellandschap.

EINDELIJK een artikel dat

EINDELIJK een artikel dat getuigt van enige kennis, verdieping, nuance en liefde voor de sector. Wat een opluchting!

Wat het tekort van 3 miljoen

Wat het tekort van 3 miljoen betreft voor werkingen die een dubbele positieve evaluatie kregen maar geen finaal geadviseerd subsidiebedrag. Simpel toch: schaaf per sector waar geld ontbreekt bij alle winnaars overal een beetje af en je komt er snel. Iedereen tevreden en bovendien, de grote spelers zullen dat eigenlijk niet voelen. Weegt het al dan niet maken of presenteren van een zoveelste productie door een bepaalde grote organisatie op tegen het overleven van een andere werking die kwalitatief (artistiek/zakelijk) even goed scoort? Neen toch? Waar is de eerlijkheid, de solidariteit? Hopelijk trekt de minister dat nog recht en kiepert ze dat onwetenschappelijke, schizofrene "rangschikkingssysteem" in de vuilbak. Dat de commissies daar trouwens in zijn meegegaan, tart elke verbeelding en geloofwaardigheid. Het evaluatiesysteem van "zakelijk & artistiek positief "(of artistiek positief en zakelijk negatief, maar niet omgekeerd) is toch voldoende om er een bedrag op te plakken?

Laat ook de actieve

Laat ook de actieve cultuurparticipanten mee oordelen.

Mijn aandacht werd de laatste dagen vooral gewekt door een stuk in De Standaard, dat het o.a. had over de moeilijk te organiseren inspraak van de cultuurconsument in het subsidiebeleid.

“Een inspanning om mondige burgers en het publiek te betrekken in de advisering is nooit echt van grond geraakt. De campagne Iedereen kan zetelen probeerde een databank samen te stellen met enthousiastelingen die zitting wilden nemen in bestuursraden en adviescommissies. Zo zou de stem van het volk meer inspraak krijgen. Probleem: het volk had er niet veel zin in. En zou dit systeem dan wél de gedroomde autonomie garanderen?” http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120605_00173753

De enthousiastelingen moeten niet op een stoel gaan zitten om hun mening te geven. Geef ze een neutraal kanaal om hun gedacht te zeggen. En neem hun mening o.a. mee in de discussies over subsidies.

De beste oplossing om uit de steeds terugkerende impasse en debatten te geraken is het permanent en onmiddellijk bevragen van de duizenden cultuurparticipanten. Wie na een optreden, een voorstelling, een tentoonstelling de vraag voorgeschoteld krijgt of hij/zij dat optreden, die voorstelling of die tentoonstelling zou aanbevelen aan derden, geeft doorgaans een eerlijke recht-voor-zijn-raapse mening. Een zeer waardevolle mening die ook kan gaan over het betrokken cultuurhuis zelf - los van de voorstelling of tentoonstelling.

De som van al die meningen - ik zal hier en nu niet doorbomen over het hoe van de rekensom zelf - geeft een zeer goed beeld van wat de participanten “vinden” van wat ze meemaken. Na verloop van tijd (een paar weken/maanden) ontstaat een bijzonder scherp beeld zowel over de grote publiekstrekkers als over de kleinschalige niche initiatieven. Wie geen kwaliteit (meer) levert aan zijn doelgroep wordt afgestraft door zijn kijkers/bezoekers. Je ziet het onmiddellijk in de scores. En wie ontevreden is en ook ontevreden blijft, komt niet makkelijk terug.

We gebruiken deze surveytool al in China, maar deze zomer voor de eerste keer ook in België tijdens de vele muziekfestivals. Niet omdat een paar rockgroepen ons gevraagd hebben wat het publiek nu van hen vindt - maar omdat we heel specifiek geïnteresseerd zijn in het profiel van de mensen die aan- en afraden. In alle sectoren hebben die immers een enorme invloed.

Deze “user generated evaluations” zijn uiteraard geen alles-beslissende-cijfers. Het is beslist ook geen poll om nog meer geld naar de commerciële kaskrakers te draineren laat staan om ze te vinden.

Ze zijn echter wel een goede aanvulling op de mening van de 141 leden in de 12 commissies. Ze verlichten ook ten dele hun werk. Voor hen is het inderdaad moeilijk om behalve partij ook nog rechter te zijn. De rol van de collectieve rechter wordt in dit geval objectiever gespeeld door mensen die participeerden, die een mening hebben en die die mening ook delen. Als de Borgerhouters hun 5 cultuurhuizen een heel jaar lang koesteren - activiteit na activiteit- zal dat ook tot uiting komen in de scores. De reële maatschappelijke rol van sommige centra is moeilijker in te schatten door experten die van heinde en verre komen en misschien zelfs alleen de culturele aspecten in rekening brengen.

Ook kan het collectief van de aanraders fungeren als een buffer tegen de inmenging van politici die een niet te onderschatten electoraal belang hebben om zoveel mogelijk cultuurgeld naar hun streek te krijgen.

Het type permanent onderzoek dat we voorstellen is meteen ook een aanvullend onderzoek op de grootschalige mondelinge bevraging van gemiddeld 73 minuten georganiseerd bij een representatief staal (3.144) van de Vlaamse bevolking tussen 14 en 85 jaar oud. Dat onderzoek peilt naar de participatie van de Vlaming. Het Holaba-onderzoek peilt permanent naar de evaluatie van de Vlaming over datgene waarin hij/zij participeert.

Jan Van den Bergh

PS. Onlangs verscheen er een belangwekkende studie die de rol van de “aanraders” duidde in de boekensector. The Guardian beklemtoonde zelfs dat de “beroeps” vaak een hogere score aan de schrijvers die al in de prijzen gevallen waren of die al in de media veel ruimte hadden gekregen dan aan debutanten, die sneller door de amateur-reviewers werden opgepikt.

What Makes a Critic Tick? Connected Authors and the Determinants of Book Reviews Loretti I. Dobrescu, Michael Luca, and Alberto Motta
http://www.guardian.co.uk/books/2012/may/16/amazon-consumer-reviews-medi...

@Wouter Lap, nu ben ik weer

@Wouter

Lap, nu ben ik weer tendentieus. Ik heb maandag in De Morgen geschreven dat er dertig commissieleden zijn die in totaal aan 25 'eigen' organisaties een totale subsidieverhoging van 2 miljoen hebben gegeven.
Nu ik het nakijk kom ik zelfs op 33 leden en 27 organisaties. Wellicht vergeet ik er nog een paar. Het is immers een heel puzzelwerk om de achtergrond van commissieleden te achterhalen. Waarom staan die gegevens niet bij alle commissieleden op de site?

Zelfs als ik rekening houd met jouw kritiek dat mijn voorbeelden zouden gaan over mensen en dossiers over de commissiegrenzen heen, blijft mijn stelling meer dan overeind.
Als je het goed napluist zie je dat in totaal 15 commissies verhogingen zijn toegekend aan organisaties waarvan de dossiers in diezelfde commissie werden behandeld. En dat voor in totaal 1,5 miljoen euro.
Tendentieus?

Dat er leden in de overkoepelende adviescommissie zitten met 'eigen' dossiers, begrijp ik al helemaal niet. Die commissie zou toch alle verdenking van voorkeursbehandeling moeten uit de weg gaan en samengesteld zijn uit ongebonden mensen (als die al bestaan, natuurlijk). Ook daar zijn er nu drie (toegegeven, onrechtstreekse) verhogingen.
Ik mag niet in de commissie proza van het VFL zitten omdat ik Ako-jurylid ben. Terecht.

Ik volg Rudy Laermans in De Morgen en De Witte Raaf wanneer hij zegt dat er vooraf krijtlijnen moeten worden getrokken, anders jaag je commissieleden de vuurlinie in. Bovendien wordt de kat bij de melk gezet.
Als ik nu hoor dat sommige commissievoorzitters naar organisaties met positieve adviezen (maar zonder geld) hebben gebeld om te zeggen "dat ze niet wisten dat er 3 miljoen te weinig zou zijn" dan kan ik dat moeilijk geloven.
Het zou die commissies sieren hun huiswerk helemaal opnieuw te doen of tenminste een aantal van de (vooral kleinere) verhogingen die ze aan hun eigen leden hebben toegekend weer in de pot te doen.
Het gaat meestal om kleinere bedragen, dus dat kan het voortbestaan van die organisaties niet in het gedrang brengen.

Mogen organisaties die commissieleden afvaardigen dan nooit verhogingen krijgen? Natuurlijk wel, maar in tijden van schaarste zouden ze toch extra voorzichtig moeten zijn.
De geroemde transparantie van Schauvliege stelt ons trouwens ook niet in staat om de verhogingen/verlagingen/schrappingen te toetsen aan de individuele dossiers.

Meer heb ik niet willen zeggen, maar goed. (Karl van den Broeck)

Tendentieus, toch wel Beste

Tendentieus, toch wel Beste Karl van den Broek, In De Morgen schrijft u dat er een probleem is met beoordelingscommissies omdat er 25 gevallen (instituten) zijn waarbij beoordelaar ook begunstigde is. U schrijft dat onder de tussentitel ‘Zelfbediening?’ ‘Wie naar de adviezen en de achtergronden van de commissieleden kijkt, stuit soms op frappante zaken.’ Indien u dit geen sensationele berichtgeving vindt, dan heb ik een primeur voor u: bij de verdeling subsidies wetenschappelijk onderzoek (FWO) zijn ALLE zetelende professoren verbonden bij één van de vier universiteiten, ze worden zelfs verwacht die ook flink te verdedigen (naast beoordelaar zijn ze dus ook advocaat) Alleen bij hun hoogstpersoonlijke dossiers moeten ze even de gang op. Volgens uw logica is dit een schandaal, voorpagina! Eerder dan met algemene cijfers te zwaaien, en de commissieleden die als vrijwilliger in eer en geweten veel tijd steken in een moeilijke oefening daarbij verdacht te maken, lijkt het mij beter om naar de inhoud te kijken. De adviezen dus te lezen, zodra ze publiek zijn, en op basis daarvan te argumenteren of er iets mis is. Moet kunnen? Nu veroordeelt u heel wat mensen op basis van een structureel gegeven waar in principe niets mis mee hoeft te zijn. Bovendien, denkt u dat een commissielid zomaar zijn wil oplegt aan 10 collega's? Een stemming numeriek kan aanpassen op zijn eentje als de rest even wegkijkt? Zijn reputatie ten grabbel gooit voor vriendendienstjes, en dit onder het oog van zijn collega's/concurrenten die het niet zullen nalaten misbruik al dan niet op fluistertoon rond te toeteren, tot bij de minister toe? U staat heel kritisch ten aanzien van dergelijk democratisch overleg. Bent u al eens lid van een commissie geweest? Verwart u dit overleg misschien teveel met de 'retorische' vergaderingen op uw redactie? Een projectie van de eigen overlegcultuur op de beoordelingscommissies eventueel? Ik probeer het wantrouwen te begrijpen. 

He Karl,  Dank voor de

He Karl, 

Dank voor de reactie, en de verduidelijking. Zolang ik zelf niet het lijstje heb kunnen maken, ga ik ervan uit dat je cijfers kloppen. Enkel de genoemde 15 gevallen van betrokkenheid binnen de eigen commissie lijken me relevant voor deze discussie. Denk je echt dat leden uit de Adviescommissie (mensen als Franky Devos van Buda, Marc Ruyters van HART, Linda Suy van de Pianofabriek) enige invloed kunnen hebben op de beoordeling en het bedrag van hun dossiers, behandeld in afzonderlijke Beoordelingscommissies? Dat lijkt me wel héél sterk, want dat zou compleet indruisen tegen de bevoegdheden van die Adviescommissie, en tegen het huishoudelijke regelement. Net daarom kunnen zij in deze commissie zetelen. Zij beoordelen enkel de vier steunpunten (BAM, vti, ...).

Laten we het onderzoek dus beperken tot die 15 gevallen. Zoals ik schrijf in mijn artikel, kan ik me zeker voorstellen dat er een bepaald psychologisch effect speelt vanuit de andere commissieleden, en misschien heb je in sommige gevallen wel echt gelijk. Wel wil ik het gemak bestrijden waarmee je conclusies trekt: geef elke subsidieverhoging voor eigen organisaties aan de dubbelpositieven zonder geld. Dat bouwt op de premisse dat betrokken commissieleden per definitie kwaadwillig zijn. Dàt vind ik tendentieus, ja. Zoals ik in het artikel schrijf: er zijn tegenvoorbeelden. Uit de commissie Theater heb ik begrepen dat één organisatie van een betrokken commissielid zelfs minder omhoog gegaan zou zijn dan de andere leden voorstelden, net omwille van het perceptieprobleem. Die organisatie werd er dus slechter van, zou je ook kunnen zeggen.

Enige nuance en voorzichtigheid, dat is het enige wat ik wil benadrukken, daar zou het debat bij gebaat zijn. Nu lijkt het voor buitenstaanders alsof de hele uitslag enkel op vriendjespolitiek bouwt, en dat de dubbelpositieven daar de grote slachtoffers van zijn. We spreken hier over ongeveer 1O procent mogelijke belangenvermenging. 

Voor het overige ben ik het volledig met je eens dat we in de toekomst beter geen betrokken leden meer toelaten in de commissies, al was het maar om dit soort discussies, die veel te veel belang krijgen voor waar deze beoordelingsronde echt om draait (beluister http://www.radio1.be/programmas/de-ochtend/cultuursubsidies-discussie-no...), uit te sluiten. Zoals ik al zei: dat betekent wel dat er geen artiesten meer betrokken worden in commissie-reflecties.

 

Wij zijn het weer al

Wij zijn het weer al eens!
Volhouden

Als gewone, maar toch

Als gewone, maar toch frequente theaterbezoeker, wens ik nog een kanttekening te maken bij het advies van de adviescommissie theater. Ik heb de indruk dat ook deze commissie zich weinig gelegen heeft gelaten aan het gewone, brede publiek.
Ik sluit mij aan bij wat Karl van den Broeck in de Morgen van 4.6 en vandaag in Peeters en Pichal ter zake heeft gesteld. Ook Michael De Cock en Ignace Cornelissen schrijven hetzelfde in De Standaard van gisteren met betrekking tot gezelschappen als De Qeeste, Het Gevolg en 'tArsenaal "die maatschappelijk verankerd zijn en veeleer een toegankelijke vorm van theater brengen".
Als deze commissie (en wellicht ook andere) zich nadrukkelijk moet blijven richten op vernieuwing, experiment, dan vrees ik het ergste voor het Vlaamse theater en de verdere teloorgang van het repertoire.
Ook het Vlaams theaterfestival , dat tot mijn grote verbazing,ook blijkt te worden beoordeeld door de adviescommissie theater, selecteert al jaren nauwelijks repertoire. En dit in tegenstelling tot het Nederlands theaterfestival!
Ten slotte betreur ik - maar ik ken de motivering niet van de adviescommissie multidisciplinair- dat Campo een halvering van de subsidies zou krijgen, terwijl het echt een kunstencentum is dat bruist van de jonge mensen. Maar ook hier mijn zelfde liedje,
publieksbereik speelt nauwelijks een rol.

Beste Etienne,  Fijn dat ook

Beste Etienne, 

Fijn dat ook 'gewone' theaterbezoekers zich in het debat mengen. Je gevoel dat 'het gewone, brede publiek' hier in de klappen deelt, wil ik wel nuanceren. Het is goed ook even te kijken naar wie er niet geschrapt is bij Theater. Compagnie Cecilia, HETPALEIS, Marius, De Koe, Leporello, Froe Froe, Het Kip, Lazarus, Ultima Thule: allemaal gezelschappen die zich zeker niet minder op dat gewone brede publiek richten dan de drie gezelschappen die je noemt. Dat dit een elitaire ronde is geworden, spreek ik dus graag tegen. Weet je wie er in deze 'elitaire' commissie als eerste op de ranglijst stond: Studio Orka, daar moet je echt eens naar gaan kijken, héél toegankelijk. Daarnaast dreigen bij Theater niet enkel De Queeste en Het Gevolg te verdwijnen, maar ook Crew, waarschijnlijk het meest 'experimentele' en 'vernieuwende' gezelschap van ze allemaal. Ik wil de tendens die je aanvoelt, zeker niet helemaal van tafel vegen, maar er zijn best wel meer gezelschappen die 'maatschappelijk ingebed' zijn dan de drie genoemde.

Wat het Theaterfestival betreft, ook daar werden enige misverstanden over gezaaid. Festivals mogen kiezen waar ze hun dossier indienen, dat hoeft niet in de categorie Multidisciplinair. In de categorie Muziek zijn er ook heel wat festivals. Dat je niet vaak repertoire op het Theaterfestival ziet, klopt. Dat het daarom niet ook op een breed publiek zou mikken, niet. Ik zat dit jaar toevallig mee in de jury, en nodig je van harte uit om eind augustus poolshoogte te komen nemen in voorstellingen als De Pijnders, Onvoltooid verleden, Dit is alles of Gij die mij niet ziet. Geen repertoire, maar zeer publieksvriendelijk. Wanneer zag jij de laatste keer repertoire in Campo, trouwens?

Ook vandaag weer veel onkunde

Ook vandaag weer veel onkunde en stemmingmakerij in De Morgen.

Het feit dat Schauvliege de adviezen van de commissies volgt, zoals afgesproken met de sector, zou zogezegd tot apolitiek leiden. En dat is dan weer de deur open zetten populisme, ‘of erger’ zelfs. Wat dan? Suspense... . Als je de besluitvorming over laat aan de expertise van de sector is dat toch net geen populisme?

Volgens DM is die expertise ook niet meer dan een individueel smaakoordeel, een ‘esthetisch oordeel’. Misschien moeten de beoordelingscommissies de redactie van DM maar eens uitnodigen bij de lange zittingen, die mogen ze dan ook helemaal mee uitzitten, om te ontdekken welke afwegingen daar allemaal gemaakt worden. Misschien lezen we dergelijke denigrerende prietpraat dan niet meer in de krant.

De Morgen maakt de verwarring alleen maar groter: een patstelling tussen ‘populair’ en populisme. De politieke inmenging, zo weten we na 8 jaar Anciaux, bestaat er uit om populaire initiatieven op te vissen, ook als de dynamiek van die instelling in de loop der jaren volledig is leeggelopen, samen met de opkomst, en om kunst als iets elitair te etiketteren. Politiek dienstbetoon trachten te vermijden en opteren voor een inhoudelijke beoordelingsprocedure door mensen met expertise, waarbij de adviezen ook nog eens publiek gemaakt worden, dat zou volgens DM tot populisme leiden. Onbegrijpelijk.

Om te beseffen hoe wereldvreemd deze analyse is, vergelijkt u best even met de beoordelingscommissies van de subsidies voor wetenschappelijk onderzoek. Dat moet de minister dan ook zelf doen, of bijsturen waar nodig, anders zitten we met populisme? Waarom vertrouwen we dat wel, vinden we dat zelfs noodzakelijk, en is het wantrouwen zo groot dat de experts uit cultuur continu verdacht gemaakt moeten worden?

Kan DM misschien eindelijk eens beginnen met de adviezen zelf uit te spitten om dan concreet aan te tonen waar die belangenvermenging zit, vooraleer ze al die beschuldigingen al voor waar aannemen? Dat zou nuttiger zijn. Dergelijke journalistiek is welkom, dan kunnen de beoordelingscommissies in de toekomst er voor zorgen dat de professionalisering en de transparantie, die nu duidelijk in stijgende lijn zitten, nog een duwtje in de rug kijkt.

Nog meer loslopend wild: verfondsing zou vergelijkbaar zijn met privatisering. Een manifeste leugen, het tegendeel is waar, het resulteert in een professionele bemiddelaar die net tegengas kan geven tegen commercialisering.

Verfondsing zou ook een hellend vlak zijn naar de terugtrekking van de overheid uit het subsidiebeleid. Maar fondsen ZIJN toch onderdeel van onze overheid? Is het FWO dan ook een private club, krijgen die doorheen de jaren minder geld, of net meer, omdat ze op tafel kunnen kloppen?

De afsluiter van het stuk maakt het compleet: ‘dit leren we uit Nederland’. Hoezo? Is de sanering in cultuur aldaar is de schuld van de fondsen en niet van de bankencrisis dan?

http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1451287/2012/06/...

Er wordt hier erg veel moeite

Er wordt hier erg veel moeite gedaan om mijn standpunt verkeerd te begrijpen of althans verkeerd uit te leggen. Wie erin geïnteresseerd mocht zijn, kan het hier of in de papieren De Morgen van vandaag zelf nalezen. De lezer zal merken dat men me veel mag verwijten, maar niet dat ik geen standpunt kan vertolken zonder te vervallen in ordinair gescheld

http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1451287/2012/06/...

@Barteeckhout Bedankt dat U

@Barteeckhout

Bedankt dat U wil reageren. U brengt inderdaad een standpunt, zoveel is duidelijk, maar wat U zegt klopt niet, is tendentieus of is onduidelijk. Het zit ook verpakt in een sfeer van negativisme, genre, als we die weg gaan dan… ‘of erger’ zelfs. Het valt op dat DM redactie inzake opinie over het cultuurbeleid te snel wil (ver)oordelen en zich wil verzetten tegen het overwegen van nieuwe pistes zonder die eerst een kans te geven. Misschien gaat U, samen met Karl, hier teveel af op ‘een smaakoordeel’, een intuïtie? Prima, maar moet Uw krant daar dan het vehikel van zijn? U kent best de impact van Uw eigen medium, dat zich richt op een breed publiek, vanzelfsprekend veel ruimer dan de sector. Dat brede publiek onthoudt vooral het tromgeroffel: de commissies zijn een elitaire bende piraten, belastingsgeld in gevaar! Op die manier, met dank aan De Morgen, komt de sector nog meer tegen de muur te staan. Zij die cultuur gekort willen zien, lachen in hun vuistje. Misschien moeten we de culturo dan maar oproepen om DM niet meer te kopen? Misschien kan U de lezers er in de eerste plaats attent op maken dat de sector nu onder druk staat, geld tekort, slachtoffer is? Misschien kan U wat meer het spotlicht zetten op het feit dat de regering nu iets moet doen (of nalaat te doen)? Gaat sp.a, N-VA, en Open VLD al die instituten bij het afval zetten? Het is zo weer najaar, dat onthouden we nog wel.

Een bloemlezing:

“Dat is een legitieme keuze, maar het komt wel degelijk de overheid toe om die dan minstens expliciet te bevestigen en te verantwoorden.”

Wie ontkent dat laatste? U wekt bij uw lezers de indruk dat dit nu niet het geval is.

“Tegenover die knoeiers in de Wetstraat wordt een blijkbaar alwetend en feilloos oordeel van experts gezet, waaruit dan weer een bijna Platoons verlangen naar een dictatuur van filosofen spreekt.”

Sorry, maar dat is niet echt degelijke journalistiek te noemen. Dit drukt wel perfect de karikaturen uit die De Morgen dagelijks uitdraagt: de minister wordt steeds opnieuw als knoeier afgeschilderd, en de commissies zijn zoiets als kunst4belgium.

Trouwens, de bevolking ‘waarschuwen’ voor ‘de dictatuur van filosofen’, gaat dat zelf niet de populistische toer op? Of begrijp ik U verkeerd?

@barteeckhout Als U wat druk

@barteeckhout

Als U wat druk op de regering wilt zetten, ter ondersteuning van de kunstensector, dan moet U deze interventie van Knack eens lezen. Wij kunnen na deze oproep nu toekijken wat Bart De Wever zal doen. Alweer een sterke interventie van Véronique Goossens!

http://www.knack.be/opinie/columns/z-talk-goossens-off-the-record/in-de-...

Zouden we niet best wat

Zouden we niet best wat wachten met paniekvoetbal tot we de beslissing van de Vlaamse regering kennen? Daar horen dan duidelijke motiveringen bij waarom een organisatie al dan niet wordt erkend en daarvoor desgevallend bepaalde werkingsmiddelen krijgt.

Ik stel voor dat onze 'kwaliteitspers' vanaf nu tot dan de ruimte, die ze nu aan hypothetische bespiegelingen wijden, open stellen voor de voorstelling van de projecten waar onze kunstenaars zelf momenteel mee bezig zijn.

Beste Bart Eeckhaut, hier

Beste Bart Eeckhaut, hier publiceert u ook een heel ander soort opinie. Ze gaat over de grond van de zaak: de positie en de verantwoordelijkheid van de politiek in cultuursubsidiëring, in plaats van over de persoon van een minister, en over haar ongelukkige communicatie. Ik heb me enkel willen verzetten tegen de manier waarop u Schauvliege afrekent op een beslissing die ze nog niet genomen heeft - vergeef me al mijn moeite.

Maar dus over de grond van de zaak. Ik vind een politieke legitimering van het cultuurbeleid net zo belangrijk als u. Alleen vraag ik me af of het cultuurveld en zelfs het publiek er altijd beter van worden als politici mee over individuele dossiers gaan beslissen, op het einde van de hele ketting. Ik heb ook eens in mijn glazen bol gekeken, drie jaar geleden na de beslissing van Anciaux, ik vind het vandaag misschien nog lezenswaardigder dan toen: http://www.rektoverso.be/artikel/blitzkritiek-merci-bert. Bij procedurefouten, of bij inbreuk op de uitgangspunten en aanbevelingen van de minister (wel degelijk een soort visie, toch?) hoop ik wel dat de minister ingrijpt, als bestuurder. Dat zien we op 29 juni pas. Hoe dan ook: een interessant discussie, die politieke verantwoordelijkheid, er valt net zoveel voor als tegen te zeggen, en u hebt hier een meer dan verdedigbaar standpunt gepubliceerd (omdat het vorige misschien toch niet zo duidelijk was?).

En die verfondsing, inderdaad een zeer moeilijke kwestie, én gevaarlijk. Alleen, hebben we het gevoel dat de films in onze zalen niet democratisch gelegitimeerd zijn, omdat een fonds als het VAF en niet de minister de eindbeslissing neemt? Dat de auteurs die in Vlaanderen boeken mogen schrijven, blijk geven van een onverantwoordelijke minister? Ik heb me trouwens laten vertellen dat de adviezen van het VFL heel wat 'correcter' en 'professioneler' zijn dan de gemiddelde commissieadviezen onder het Kunstendecreet, ik vermoed ook omdat het daar niet 'maar' adviezen hoeven te zijn. Anderzijds wil ook ik enkel maar in verfondsing meegaan als er een paar cruciale politieke voorwaarden vervuld worden, zie http://www.rektoverso.be/artikel/het-ballonnetje-van-schauvliege-lang-ni....

Uiteindelijk kan je maar hopen dat iedereen die vindt dat Schauvliege geen visie heeft, zich mee engageert om haar wat voorstellen aan te leveren, en zelf constructief mee te denken. De commissies zijn er niet echt in geslaagd, uit het veld voel ik ze ook niet duidelijk komen, en bij ons van de pers evenmin. Wat bedoelen we eigenlijk?

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.