Overleeft de Vlaamse film het recordjaar 2008?

Bijna 1,9 miljoen mensen hebben vorig jaar een Vlaamse film in de bioscoop meegepikt. Dat is een absoluut record. In vergelijking met 2007 betekent dit een stijging van 63,3%. Dat is opmerkelijk, daar algemeen wordt aangenomen dat het bioscoopbezoek in België vorig jaar met 6 à 8% daalde. Dit alles maakt dat het nationale marktaandeel voor de Vlaamse film dit jaar in de buurt van 10% zal liggen... en in Vlaanderen zelfs ergens tussen de 15 en 20%.

Die gegevens stonden begin dit jaar in een zegebulletin van het VAF, het Vlaams Audiovisueel Fonds, dat ijverig — en kritiekloos zoals gewoonlijk — door de kranten overgenomen werd onder koppen als '2008 recordjaar voor de Vlaamse film'. Wie verder las dan de openingsparagraaf merkte echter al vlug dat de situatie minder rooskleurig was dan dit stukje marketingretoriek suggereerde. Want dat recordjaar was geheel en al aan een film te wijten, Loft van Erik Van Looy. Dat 'gigantische' succes van Loft kan overigens gemakkelijk gerelativeerd worden. Met een voorbeeld van erg dichtbij. Een andere Vlaamse regio heeft het namelijk twintig keer beter gedaan dan het 'échte' Vlaanderen. En niet met een pseudo-Amerikaanse thriller zoals Loft, maar met een heuse regionale film. Meer dan twintig miljoen toeschouwers zagen tot nu toe Bienvenue chez les Ch'tis. 600.000 mensen uit het departement Nord-Pas de Calais, zeg maar Frans-Vlaanderen, deden dat zelfs in de allereerste week toen deze aimabele komedie er exclusief in première uitkwam. Dany Boon — die zelfs een paar woordjes Vlaams spreekt in deze 'Franse' film — en zijn filmploeg werden op de Grote Markt van Rijsel ontvangen alsof zij een voetbalploeg waren die de Champion's League had gewonnen. Erik Van Looy kan daar voorlopig alleen van dromen.

Toch werd Loft ondertussen de beste bekeken Vlaamse film aller tijden met — in midden februari — 1.082.480 toeschouwers. En dat is een pak meer dan het vorige grote succes: Koko Flanel — het aantal toeschouwers en kwaliteit hoeven in de Vlaamse film geenszins recht evenredig zijn. Het eerder geciteerde zegebulletin van het VAF merkt wat verder zelf op dat 'het gigantische succes van Loft even buiten beschouwing gelaten 2008 qua bezoek eindigde in het verlengde van wat de voorbije jaren qua verkochte tickets werd gehaald'. Status quo dus. De cijfers voor andere 'toppers' zijn veel bescheidener: Aanrijding in Moscou haalde 180.000 bezoekers, gevolgd door twee Studio 100-titels die mikken op kinderen: Anubis en het pad der 7 zonden (164.327) en Samson & Gert: Hotel op stelten (134.678). Het VAF gaf geen cijfers voor wat zij in hun prioriteitennota de 'eigenzinnige films' noemen, die dan nog vaak — zoals (N)iemand van PatriceToye — behoorlijk onhandig uitgebracht werden of — zoals Unspoken van Fien Troch — maar meteen in het alternatieve circuit gedumpt. Meer dan een paar duizend toeschouwers kan het niet zijn. Het succes van de Vlaamse film is dan ook zeer relatief, en in 2008 (en 2009) eigenlijk helemaal afhankelijk van één blockbuster: Loft. Iedere bioscoopuitbater, ja iedere kleine zelfstandige, kan u vertellen dat het geen comfortabele situatie is om voor uw omzet af te hangen van één succesproduct, dat er daarenboven straks gegarandeerd niet meer zal zijn. Voeg daar de zich uitdiepende economische crisis bij en het plaatje is al meteen heel wat somberder.

Nochtans zijn er de laatste jaren goede initiatieven genomen, met de oprichting van het VAF als belangrijk voorbeeld. Het Vlaams Audiovisueel Fonds vzw, kortweg VAF, was de opvolger van het Fonds Film in Vlaanderen. Het werd bij decreet opgericht door de Vlaamse regering in 1999 en ging in september 2002 concreet van start. Een andere belangrijke maatregel was het invoeren van een systeem van tax shelter. Sinds eind 2006 beschikt Vlaanderen met Cultuurinvest zelfs over een investeringsfonds voor cultuurgebonden activiteiten en ondernemingen. En — last but not least — is er de samenwerking met televisie. Over dat laatste is er dertig jaar of langer gezeurd, en iedereen was er van overtuigd dat het — zoals in het buitenland — dé oplossing was om de Vlaamse film een basis te geven in de breedte en, vooral, om jong en minder jong talent een kans te bieden om vlugger of regelmatiger een film te maken. Die samenwerking is er uiteindelijk ook gekomen, merkwaardig genoeg niet met de voor de hand liggende en (met het oog op de toekomst) veilige partner, de VRT.

Nee, op 6 oktober 2003, tijdens het Filmfestival in Gent, stelde cineast en kortstondig programmadirecteur van VTM Jan Verheyen namens de commerciële omroep het project Faits Divers voor. Het was de bedoeling om een serie televisiefilms te realiseren, die allemaal los staan van elkaar, maar die wel zouden gepresenteerd worden onder de gezamenlijke noemer Faits Divers. Die benaming gaf ook al aan dat het om waar gebeurde verhalen moest gaan of om verhalen die waar gebeurd zouden kunnen zijn. Die Faits Divers-reeks bleek een succes: het artistieke eindresultaat mocht er zijn en de publieke respons was overwegend positief. Ook al zaten er enkele mindere films tussen, het algemene niveau van de reeks was goed, met uitstekende acteerprestaties en een prima technische uitvoering. Toch lieten script en regie soms nog wel wat te wensen over. Als je dus heel streng was, was eigenlijk alleen Vidange Perdue van Geoffrey Enthoven met veteraan Nand Buyl in de hoofdrol een echte ontdekking.

Er is er dus sinds 2002 heel wat gebeurd. Eerst leek alles inderdaad rooskleurig te worden zoals de zegebulletins van het hoofdkwartier van de Vlaamse film suggereren. Maar toen kwam de crisis. En plots blijken de troeven van de Vlaamse film enorme zwakheden te zijn. Wat na Loft met de bezoekersaantallen? Dat kan alleen maar bergaf... Of erger: wat gaat er overblijven van het tax shelter-systeem? Zal Cultuurinvest nog partners vinden nu de crisis zich uitdiept tot een heuse depressie? 'Crisis knaagt aan Tax Shelter' kopte de krant De Tijd op 26 februari. De investeringen via het tax shelter-systeem in de Vlaamse film zijn al met 47% gedaald. In 2007 haalde men 9,4 miljoen euro aan risicokapitaal op via de tax shelter. Vorig jaar was dat bedrag gezakt tot 5 miljoen, of een daling van 47 procent.

En hoe zit het met VTM of beter VMMa, de Vlaamse Mediamaatschappij? Al voor de crisis, in 2007, haakten ze af voor een documentaire versie van Faits Divers, een reeks die Faits Divers Doc moest gaan heten. Eind 2008 raakte bekend dat de VMMa personeel ontslaat en door de dalende reclame-inkomsten ook verder op andere kosten bespaart. 'Daar zijn we al een hele tijd mee bezig. Zo programmeren we in onze avondblokken al langer meer (goedkope - mh) buitenlandse (Amerikaanse - mh) series', zegt directeur-generaal Peter Quaghebeur. Zullen zij, geconfronteerd met dalende reclame-inkomsten, verder de Vlaamse Film kunnen/durven/mogen blijven steunen? 'De VMMA heeft ontslagen aangekondigd, en ook de VRT moet besparen. Als die maatregelen ten koste gaan van het engagement van de omroepen voor de Vlaamse film verliezen we nog eens twee belangrijke steunpilaren', constateerde voorzitter Peter Bouckaert van de Vlaamse Filmproducentenbond in De Tijd.

De euforie over de Vlaamse film bij in- en outsiders steunt dus voor een groot deel op het succes van Loft en de goede publieke respons op Faits Divers. Maar euforie is gevaarlijk in deze tijden. De Vlaamse film is en blijft een ventje op lemen voeten. Idealiter grijpt men deze barre economische tijden als mogelijkheid aan om hem te laten opgroeien, te consolideren en crisisbestendig te maken. Daarvoor is een nauwere samenwerking met de VRT absoluut nodig. Samenwerking met privépartners en investeerders is leuk als het goed gaat, maar niet in crisistijden. Dan is het aan de overheid om het vertrouwen te herstellen door te investeren (en niet door te bezuinigen). Dat wist John Maynard Keynes al, dat weet Barack Obama. Het VAF gaat nu samenwerken met Canvas voor een reeks van zes documentaires over taboes. Eerder werd er ook al een soortgelijke overeenkomst met de RTBF ondertekend (een merkwaardigheid in ons voor de rest communautair verdeeld land). Op een paar witte raven na is het van de prehistorie geleden — van de tijd van Meeuwen sterven in de haven en De man die zijn haar kort liet knippen — dat onze staatstelevisie nog eens op een systematische manier bij de productie van Vlaamse films betrokken was.

^ Terug naar boven
 

Reacties

Marc Holthof laat er weinig

Marc Holthof laat er weinig twijfel over bestaan. Ondanks het succes van Loft gaat de Vlaamse film donkere tijden tegemoet. Jan-Pieter Everaerts reageert.

Mark Holthof vat het hierboven goed samen: de door het VAF en de pers verspreide zegeberichten over de 'Vlaamse' film, stoelen voor een groot deel op het succes van één film: de pseudo-Amerikaanse thriller Loft. Holthof heeft het daarnaast over de economische crisis die de commerciële pijlers (VTM, tax-shelter ...) van het 'Vlaamse' filmbeleid ondermijnt.

Wat bij Holthof echter ontbreekt, is de verwondering over het haast volledig verdwenen zijn van onze 'sociale' film, de 'geëngageerde' film of de 'maatschappijbetrokken' film. Waar blijft de nieuwe Frans Buyens? Waar blijven de opvolgers van het Fugitive-kwartet Robbe De Hert, Luc Pien, Patrick Le Bon en Guido Henderickx? Waarom heeft Jan Vromman na zijn monumentale 4 uur durende documentaire over Boelwerf (1999) geen film van belang meer gemaakt? Waarom is onze meest belangrijke en internationaal actieve documentaire producent Paul Pauwels er mee moeten stoppen? De voorbeelden zijn legio.

Het commerciële Hollywood-kopieerwerk van Erik Van Looy en konsoorten terzijde, slagen we er nog af en toe in om geslaagde auteursfilms te maken. Deze gaan echter meestal - om het met de titel van de VTM filmreeks te benoemen - over "Faits divers". De komst van een nieuwe lichting vrouwelijke cineasten heeft dit mee in de hand gewerkt. De films van de dames gaan dan ook hoofdzakelijk over relaties, het verlies van een kind ...

Waar blijven de films over een taboeonderwerp zoals de overbevolking van België? Over de betondrift in dit land en de verdwijnende groene ruimte? Over de lawaaiterreur van de politiesirenes in de steden? Over de blijvend grote aanwezigheid van extreemrechts in Vlaanderen? Panorama bracht op 24 mei nog een schrikbarende Franse documentaire over de opkomst van extreemrechts in Europa, maar de 'Vlaamse' neofascisten kwamen slechts toevallig in beeld. Waar blijft de guerrillafilm over de wittebroodcriminelen die een deel van onze topbankiers bleken te zijn? Over de mensen die door hen gedupeerd werden, zijn nochtans zeer schrijnende films te maken.

Massa's heikele thema's schreeuwen om aandacht. Een andere aandacht die staatszender VRT genegen is en vooral de indruk wil wekken dat de 'Vlaamse' politici alles onder controle hebben.

Bij gebrek aan een gedurfd beleid komen de kritische filmmakers die in speelfilms en documentaires maatschappelijke thema's ter discussie zouden willen stellen, niet aan bod. Jan Vromman heeft zijn camera aan de wilgen gehangen. Het Fugitive-collectief is langzaam doodgebloed. Het filmisch genie Rudolf Mestdagh is naar Brazilië verhuisd.

DE FRANSTALIGE PRODUCTIEATELIERS

Het had anders gekund en het kan nog steeds anders. In de jaren negentig heeft een toen nog strijdbare groep cineasten via het Vlaams Filminstituut en de documentaire beweging DIVA jarenlang geijverd voor een andere filmpolitiek. Een filmpolitiek met de productieateliers als Frans- Belgisch voorbeeld. 15 ateliers telt Franstalig België en zijn zowel geografisch, politiek als cultureel gespreid. Links, christendemocratisch alsook liberaal of neutraal. De ateliers vormen hét alternatief voor de moloch die het VAF aan Nederlandstalige kant is. Als je bij het ene atelier bot vangt, kan je naar het andere. Zo krijg je verscheidenheid in aanpak en thema's. De ateliers liggen aan de basis van het blijvend hoogkwalitatief documentairegehalte van onze Franstalige cinema. Denken we maar aan de gebroeders Dardenne met hun eigen atelier Dérives of aan Congo-documentairemaker Thierry Michel.

Een atelierstructuur in Nederlandstalig België zou daarnaast meer regionale verscheidenheid mogelijk maken zodat je naast de Vlaamse film ook een overwegend Brabantse of Limburgse cinema zou kunnen krijgen. Films in het Limburgs zijn tot nog toe op één hand te tellen, alhoewel het Limburgs nochtans een heel uitzonderlijke taal is. Net zoals de Franstalige ateliers zouden Nederlandstalige filmateliers werk kunnen maken om allochtone jongeren achter de camera te krijgen. Een uitdaging van formaat, want allochtone jongeren raken door een veelvoud aan hindernissen, nauwelijks of niet tot op de filmscholen. Het maakt de 'Vlaamse' cinema nog steeds een door en door blanke cinema die de uitdagingen van de multiculturele maatschappij van de toekomst nauwelijks reflecteert.

Tot slot: een atelierstructuur in Noord-België zou het de jonge beginnende filmmakers veel makkelijker maken om te starten én aan de slag te blijven.

De 'Vlaamse' Gemeenschap wil echter niet weten om een blik te werpen op het beleid van de Franstalige landgenoten. Op Docville mei 2009 werd een nieuw 'Vlaams' documentair platform voorgesteld, natuurlijk met een Engelse naam: Flandersdoc. Wie er lid van wil worden moet overigens 500 euro ophoesten! Op de lijst van geïnviteerde sprekers zag je diverse buitenlanders, maar geen Franstalige Belgen. De separatistische geest van Bert Anciaux die ooit nog voorstelde om Frans- en Nederlandstalige Brusselaars te scheiden, waait nog steeds door het 'Vlaams' filmbeleid. Van de weeromstuit weiger ik me nog langer Vlaming te laten noemen, want woonachtig in Brussel en dat is Brabant.

LIEVER DE BLOTE NAVEL DAN HET KRITISCHE BREIN

Anciaux is nu eenmaal een emopoliticus die zich beroept om de maatschappij te willen verzoeten. De problemen worden niet aangepakt, maar toegedekt. Een politicus die het om den brode pas over de lippen kreeg zich socialist te noemen, nadat hij was toegetreden tot de sociaalliberale SP.A waarvan de leiding een broertje dood heeft aan echte linksen zoals Erik De Bruyn en SP.A rood. In 2003-2004 werd me duidelijk op welke manier het Vlaams beleid tegenover links staat. Het netwerk van 'Vlaamse' documentairemakers, dat gedurende 6 jaar de hele sector heeft kunnen verenigen, werd in het overleg met het VAF eenvoudigweg aan de kant gezet door Lucas Vandertaelen. Vandertaelen pleitte nota bene in de jaren 90 voor een liberaal Agalev en liet zich een paar jaar geleden in De Morgen opmerken door een vernietigende uithaal naar de Franse studenten die zich met succes tegen de nep jobs van De Villepin verzet hadden.
Lucas Vandertaelen wist DIVA uit het overleg tussen het VAF en de filmverenigingen te gooien. Achteraf circuleerde het gerucht dat dit gebeurd zou zijn omdat ondergetekende te extreem-links zou zijn. Nochtans was de werking van DIVA politiek zeer gematigd. Het eigenlijke probleem was dat DIVA een heus plan - zie de door meer dan honderd documentairemakers, professoren en andere sympathisanten ondersteunde Documentaire Beleidsnota - had uitgewerkt om tot een echt documentair filmbeleid te komen. De 'Vlaamse' overheid heeft daar nooit een boodschap aan gehad.

Door toedoen van VTM en VRT heeft men 'de documentaire uit het leven van de mensen verbannen' zoals een student me ooit schreef. In plaats kwam een navelstarende commerciële beeldcultuur waar blote-fietsers-filmers zoals Felix Van Groeningen goed in gedijen. Succes vooraf verzekerd. Martin Scorcese vertelde ooit hoe hij geleerd had om na zo veel pagina's een beetje bloot in je scenario te stoppen om de aandacht van de kijker te behouden. Van Groeningen doet beter: hij gaat met zijn crew in zijn blootje fietsen in Cannes en krijgt pers en publiek op zijn hand. Of Van Groeningen ook inhoudelijk iets te vertellen heeft?

We kwamen alvast niets te weten in de Focus Knack van 13 mei. Onder de covertitel 'Cannes Vlaams!' bracht Knack acht pagina's over 'de Vlaamse film'. Van de acht pagina's ging niet één pagina over een thema dat door de 'Vlaamse' films te berde gebracht zou zijn.

Toen Robbe De Hert met zijn 'SOS Fonske' en 'Dood van een sandwichman' debuteerde, ging echter alle aandacht naar de inhoud van zijn kortfilms, respectievelijk het falende verzekeringswezen en het circus van de koersindustrie.

Met de komst van het commerciële VTM heeft 'Vlaanderen' een door de politieke rechterzijde bewust gewilde culturele contrarevolutie beleefd. De termen 'volksopvoeding' en 'volwassenenvorming' werden uit de woordenboeken van de BRT geschrapt. Het volk had zich middels zijn kritische mei-68-journalisten te rebels getoond. Het werd voortaan de mond gesnoerd met reclame voor ontharingscrèmes en exotische reizen die binnen het bereik van elke 'Vlaming' kwam te liggen. Mits hij én zij maar heel het jaar door hard blijven werken natuurlijk.

Als de informatie over wie het in de wereld te zeggen heeft niet meer stroomt. Als de bezinning niet meer gestimuleerd wordt met wat er gebeurt op planeet Aarde en beperkt blijft tot wat kreten over duurzaamheid om de klimaatopwarming af te remmen. Wat anders wacht ons dan de verstomming waardoor het zelfs onmogelijk wordt om nog kritisch over de maatschappij te discussiëren, omdat — in navolging van Noam Chomsky — je gesprekspartners er de woordenschat niet meer voor hebben. Laat staan dat ze over een alternatieve beeldtaal zouden beschikken.

Met zijn allen zullen we hiervoor een prijs voor betalen. Eén van de beste aspecten van de Westerse 'beschaving' ligt er juist in dat ze in de traditie van het Griekse denken (Socrates en Diogenes) alles in vraag durft stellen: van god tot het atoom. Waar eindigen we als we ophouden met de wereld en onszelf kritisch te bevragen? Zijn we dan niet op sterven na dood?

Deze conclusie zou echter te somber zijn om mee te eindigen. Wat een mogelijkheden openen zich niet voor productie en distributie via de nieuwe lichtgewicht digitale videoapparatuur en het world wide web! Om deze mogelijkheden te ontdekken en te leren benutten, kunnen toekomstige rebelse cineasten maar beter de navelstreng met het 'Vlaams' filmbeleid doorknippen. Wie aan het subsidie-infuus ligt, kan immers nooit een geheel vrije kritische spring-in-het-veld worden.

Jan-Pieter Everaerts is docent aan het RITS en uitgever van het dagelijkse niet-gesubsidieerde e-zine De Groene Belg (mediadoc.diva@skynet.be)

Post new comment

The content of this field is kept private and will not be shown publicly.
  • Web page addresses and e-mail addresses turn into links automatically.
  • No HTML tags allowed
  • Lines and paragraphs break automatically.

More information about formatting options

Als maatregel om geautomatiseerde spamrobotten tegen te gaan, vragen wij u het huidige jaar in te vullen. Op die manier kunnen we uw bericht onderscheiden van spam.
By submitting this form, you accept the Mollom privacy policy.